Iedereen denkt dat de opa van Arthur en Emma wartaal uitslaat als hij het heeft over vliegen over de regenboog. Maar dan vinden de kinderen een oud dagboek tussen de spullen van opa en komen ze erachter dat je kunt tijdreizen in de schilderijen van de Vlaamse Meesters. Hun opa was jarenlang bewaker in het museum. Wat volgt is een waanzinnig avontuur in schilderijen als 'Dulle Griet' (de verbeelding van de hel) van Pieter Breughel, 'Het Lam Gods' van de gebroeders Van Eyck en schilderijen van Peter Paul Rubens. Op een speelse manier deelt de schrijfster haar kennis over de schilderijen van de Vlaamse Meesters en de tijd waarin ze zijn gemaakt en legt ze verbanden met het heden. Ze betrekt de lezer actief bij de schilderijen door vragen te stellen als 'kun je zien in welk deel van het schilderij de tijdreizigers zich bevinden?'. Bij elk hoofdstuk staat het betreffende schilderij waarin de kinderen zich bevinden in zwart-wit afgebeeld en aan het eind van het boek zijn ze nog een keer in een kleurkatern te zien. De zwart-witte tekeningen van Ann De Bode zijn grappig en ondersteunen het verhaal. Vanaf ca. 9 jaar.