Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes zijn de bekende schrijvers van de vier evangeliën die in de Bijbel zijn opgenomen. Maar minder bekend is dat er tot in recente tijden nog steeds nieuwe evangeliën worden ontdekt. Denk aan het Evangelie van Thomas, in 1945 gevonden in een grot aan de Dode Zee. Het evangelie van Judas werd pas in 1978 ontdekt in een grot ten zuiden van Caïro. Maar het meest recent (2024) is de ontdekking van het Evangelie van Justus.

In welke tijd valt het ontstaan van dit evangelie te dateren? Duidelijk is dat het decennia, zo niet millennia, later is opgeschreven dan die eerdere evangeliën. Eveneens is duidelijk dat Justus de ‘gewone’, dus canonieke, evangeliën gekend moet hebben, al is het maar van horen zeggen. Een probleem bij de datering is dat een deel van dit Evangelie van Justus zich afspeelt aan het begin van onze jaartelling, maar een ander deel van duidelijk recentere datum is. Wetenschappers vermoeden dan ook dat dit evangelie in de jaren tachtig van de vorige eeuw is ontstaan.

Dit alles maakt dit Evangelie van Justus ook hierin uniek: tot nu toe is zo’n laat geschreven evangelie nog nooit ontdekt. En wat de inhoud betreft: de lezer oordele zelf.

En het is goed om daarbij in gedachten te houden de woorden van Justus (in Justus 17:3): ‘Een goed verhaal is altijd waar.’