De bekende historicus, Amerika-expert en mediapersoonlijkheid laat in dit boek zijn licht schijnen over het verval en de ondergang van het West-Romeinse rijk vanaf de vijfde eeuw. Het Oost-Romeinse rijk bleef nog bestaan tot 1453; hoe komt het dan dat de westelijke helft ten onder ging? Van Rossem analyseert en constateert dat het westelijke rijk geografisch veel kwetsbaarder was dan het oostelijke voor invallen van barbaarse volken en dat op een aantal cruciale momenten de keizers zich slecht lieten adviseren, onverstandige beslissingen namen en dat intriges en interne conflicten geen goed deden aan de weerbaarheid van het rijk. Van Rossem baseert zich daarbij op bestaande literatuur, dus biedt hij geen echt nieuwe gezichtspunten; wel is aardig dat hij een vergelijking maakt met de huidige westerse wereld en haar echte en vermeende bedreigingen. Zelf geeft hij toe dat zoiets neerkomt op het vergelijken van appels met peren. Geen standaardwerk, maar toch een plezierig en gemakkelijk leesbaar essay, waarin de populaire auteur wederom zijn ironie ten beste geeft. Met een korte lijst van geraadpleegde literatuur en een register.