In het verhaal over het huwelijk van een Rom en een Nederlands meisje weet De Moor (1941) de trieste geschiedenis van het altijd in Europa vervolgde Romavolk te vlechten. Het is geen chronologisch recht toe recht aan verhaal, maar er is sprake van steeds wisselend perspectief en van lange terugblikken, vooral naar de Tweede Wereldoorlog, waarin een groot deel van de Romafamilie vermoord is. Een onpersoonlijke 'ik' vertolkt nu eens de stem van de Rom Joseph, beschrijft dan weer zijn onontwikkelde, goede vrouw Lucie en is soms gewoon verteller. Hun verbondenheid vindt haar oorzaak ogenschijnlijk vooral in hun beider liefde voor en kennis van paarden, maar de lezer weet meer dan de romanfiguren zelf. Een boeiende roman over een niet alledaags onderwerp. Normale druk.