James Fenimore Cooper (1789-1851) is vooral bekend van zijn boeken die spelen in de periode halverwege de achttiende eeuw in het oosten van Noord-Amerika. Zij vormden een inspiratiebron voor latere schrijvers van boeken over indianen en blanken. Bij Cooper zijn de blanken en de indianen óf erg slecht óf juist heel erg goed. Zo ook Hawkeye, de hoofdpersoon van zijn vijfdelige serie 'De leather stocking kronieken' die verschenen tussen 1823 en 1841. Hawkeye is, hoewel een uitstekend krijger, in feite een brave borst die steeds het goede in de mens ziet. Van de vijf romans zijn nu stripverhalen gemaakt. Dit is het eerste deel, dat in 1740 speelt en vertelt hoe zijn naam van Hertendoder veranderde in Hawkeye. Het is duidelijk het begin van de serie, hoewel het het laatst (1841) is geschreven. Qua verhaal is het vooral aardig omdat het uit deze serie komt. Hawkeye en zijn indiaanse vriend Chingachgook raken verwikkeld in een strijd van onsympathieke blanken met even onaangename indianen. Dat wordt verbeeld in kwalitatief voldoende, realistische tekeningen, met hier en daar een tekening over een hele pagina.