Een grote blauwe beer ligt op bed en laat zijn dromen dwarrelen. In de winter kijkt hij naar de zon die door de ijspegels schijnt. En op het strand laat hij de zandkorrels tussen zijn vingers glippen. Prentenboek van Agnès de Lestrade en Valeria Docampo, die eerder samen 'Het land van de grote woordfabriek' (2009)* hebben gemaakt. Ook nu levert dit duo een prachtig werk af. De blauwe beer zoekt in de tekst, vertaald door Saskia Goeminne, naar de randen van zijn dagelijkse omgeving/leven: 'aan de rand van de verveling zijn er zo veel ideeën'. Juist daar vindt hij allerlei nieuwe gedachten, voorwerpen en situaties. Hij benoemt die ook, met mooie fantasiewoorden: 'Morgen ga ik boekenschrijverijen.' Op de ietwat surrealistische prenten die over twee pagina's lopen, is steeds de blauwe beer te zien in een sobere, grijsbruine omgeving met een paar kleine kleuraccenten. Na elke 'randen-situatie' moet het boek een kwartslag gekanteld worden; dan lijkt de beer te genieten van zijn vindingen. Ook die staande prenten bevatten bijzondere beelden: de beer als ijsberg met een vuurtoren of op een schommel van regendraden. Voor lezers die zich graag laten meevoeren met toegankelijke poëtische teksten en kunstzinnige, dromerige platen. Vanaf ca. 5 jaar. *2009-26-1964 (2009/50).