Complexe maar intrigerende tijdreisroman van de Amerikaanse schrijfster. De jonge Iraans-Hongaarse kunstenares Kate ontmoet in 2000 op een feest in New York (een in veel opzichten herkenbaar maar ook ander Amerika met een ecologisch verantwoorde presidente) de Indiaas-Amerikaanse Ben. Kate is een intense (dag)dromer en als ze verliefd is, zoals nu op Ben, versterkt dat haar vermogen om in haar dromen naar andere tijden te reizen. Door haar handelingen in het verleden blijkt het heden steeds onherkenbaarder voor haar te worden. Ze wordt in haar dromen vooral het 16e eeuwse personage Emilia Lanier, de joodse Engelse dichteres en minnares van de beschermheer van William Shakespeare (en van hem: zij zou de Dark Lady van de sonnetten zijn). Kate lijdt aan apocalyptische visioenen, heeft als missie om die te verhinderen en denkt dat iedere ramp in het heden haar schuld is, wat een sterke wissel op haar relatie met Ben trekt. Het ingewikkelde vlindereffect-verhaal rond verleden-heden en droom-realiteit-waanzin kan afschrikken, maar doorzetten loont.