Op basis van een waargebeurde geschiedenis in het 19e eeuwse Schotland vertelt de Britse schrijfster over het lot van Jean Campbell. Een jonge vrouw met een auditieve beperking die wordt beschuldigd van moord op haar eigen kind. Tijdens haar gevangenschap staat Robert Kinniburgh, leraar aan een doveninstituut in Edinburgh haar bij. Ze communiceren in een simpele vorm van gebarentaal om de rechtszaak voor te bereiden. Het onderzoek van Robert werpt een een ander licht op de zaak. Een haast uitzichtloze situatie voor iemand die maatschappelijk gehandicapt in het leven staat wordt heel invoelend en toch niet sentimenteel neergezet. Vaak in een haast poëtische taal met veel couleur locale en historisch verantwoord wordt de Schotse maatschappij van die tijd beschreven. De gehanteerde gebarentaal en vingerspelling zijn goed in het verhaal verweven. Grote paperback met een prettige bladspiegel, veel witruimte en een duidelijke letter.