Toen Alannah drieëntwintig was, werd ze werd verliefd op Harry, een Engelsman die twintig jaar ouder en getrouwd was. Zij gaf haar studentenkamer in Londen op en ging naar Ierland waar hij een huisje huurde in Drogheda, aan de oostkust waar zij was opgegroeid. Na slechts drie weken was ze weer alleen. Zeven jaar later is ze getrouwd met iemand anders. Haar man, tien jaar ouder, is een leraar met ambities om politicus te worden. Alannah voelt zich niet in staat om haar volledige steun te geven. Als ze op een dag de eigenares van de Drogheda cottage ziet lopen in een straat in Dublin, gaan haar gedachten uit naar Harry. Blijkbaar heeft die relatie een langdurige emotionele impact op Alannah achtergelaten. Ze vergelijkt Harry met haar man, analyseert hun ambities, achtergrond en verlangens, en kwelt zichzelf met gedachten over wat anders had kunnen lopen. Zij kijkt vooral achteruit. Er is geen plot, en het boek is gestructureerd rond de gedachten en herinneringen van de hoofdpersoon. De tekst is vol scherpzinnige observaties en metaforen, wat soms iets overdreven voelt.