Amsterdam, januari 1942. De 15-jarige Hanna is een tegendraadse puber. Als ze haar vriendin Anneke tegenkomt, dagen ze elkaar uit wie de grootste durfal is. Hanna belandt op het politiebureau en wordt na drie overtredingen geplaatst in het tehuis Paedagogium Achisomog, onderdeel van de Joodse psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bosch. Het lijkt een veilige haven voor Joodse kinderen, want in Amsterdam worden talloze Joden gedeporteerd, maar in januari 1943 wordt het tehuis in één nacht ontruimd. De reddingspoging van Jan - spoorwegemployé en heimelijk verliefd op Hanna - heeft geen kans van slagen. In het noodzakelijke nawoord wordt het abrupte en kille einde - de trein vertrekt naar Auschwitz - toegelicht. De schrijfstijl is vlekkeloos, veel levendige dialogen. De stukken over joodse riten en gebruiken zijn het lastigst te lezen, moeilijke woorden worden onder aan de pagina uitgelegd. De schrijfster schreef al veel jeugdromans, waaronder over de Tweede Wereldoorlog 'Verzet tegen de vijand' en 'Bommen op ons huis'. Een somber maar waardevol verhaal. Met nieuw, passend foto-omslag. Vanaf ca. 12 jaar. Heruitgave met nieuw, aantrekkelijk omslag. Uittreksel aanwezig in Uittrekselbank Jeugd.