Samen met zijn oudere broer Pieter monstert Roemer in 1722 aan op een van de schepen die koers zetten naar het vermeende Zuidland in de Stille Oceaan. Scheurbuik zorgt voor veel dodelijke slachtoffers, waaronder Pieter die sterft als ze op een koraaleiland stranden. In het besef dat hun overlevingskansen klein zijn, besluit een vijftal schepelingen te deserteren en achter te blijven. Een van hen is Roemer. Het eiland lijkt louter paradijselijk te zijn, maar al gauw worden de mannen geconfronteerd met de duistere kanten van Takapoto. Inmiddels zesde, deels op feiten gebaseerde, historische avonturenroman van deze voormalige journalist, die zich opnieuw nauwkeurig gedocumenteerd heeft, dit keer onder andere door zelf zes weken op de atol te gaan wonen. In het goed geschreven en spannende verhaal worden geen doekjes gewonden om de wrede zaken die zich afspeelden bij en tussen de diverse bevolkingsgroepen toen. Stoer verhaal voor dito lezers over een deels geromantiseerde geschiedenis van dit afgelegen gebied. Vanaf ca. 12 jaar. Van dit boek staat een uittreksel in de Uittrekselbank Jeugd.