De 11-jarige, gevoelige Elmer (enig kind en zonder vrienden) wordt tegen zijn zin naar een zomerkamp op Vlieland gestuurd. Na een vervelend voorval daar, hoort hij opeens een dwingende stem in zijn hoofd die hem niet meer met rust laat. Die stem, die zichzelf Lomax noemt, gedraagt zich steeds meer als een boze geest die Elmer ervan weet te overtuigen dat hij een eenzame sukkel is die niet meer zonder hem kan. Het gaat in alle opzichten van kwaad tot erger. Het ik-verhaal is in drie delen geschreven, waarvan het tweede deel in dagboekvorm, hoewel dat meer lijkt op een ingesproken dan een geschreven tekst. De intieme zielenroerselen van Elmer en zijn langzaam toenemende gekte kruipen de lezer onder de huid. Daarom komt de positieve wending in het derde hoofdstuk echt als een opluchting. Hoewel die merkwaardige en enigszins komische wending als gezocht zou kunnen worden beoordeeld, blijft de geloofwaardigheid stevig overeind - ook omdat Elmer begrijpelijkerwijs hierdoor het spoor hervindt. Er wordt wat veel gevloekt in het boek. Mooi geschreven en levensecht verhaal over een jongen die 'stemmen' hoort en dat met niemand mag delen. Vanaf ca. 10 jaar.