Een Engelse gouvernante moet in 1770 haar comfortabele leven noodgedwongen opgeven en wordt op de boot gezet naar Amerika. Hier komt ze terecht in een blokhut midden in de wildernis bij pionier en pelsjager Samuel Heath en zijn dochtertje. Langzaam laat ze haar nette gewoontes varen en begint ze zich thuis te voelen in het bos, waar beren, Cherokees en Britten rondwaren. Het levensverhaal van de twee hoofdpersonages en hun ontluikende liefde wordt goed overgebracht, maar de politieke ontwikkeling mist een voorgeschiedenis voor Nederlandse lezers. De roman is niet vrij van clichés en heeft weinig verrassende wendingen, het sprookje 'Belle en het beest' was duidelijk een inspiratiebron. Voor liefhebbers van het romantische genre is het een aanrader door de ontwikkeling van de karakters. Verder vooral interessant door de setting in de Amerikaanse revolutie. Daarnaast zal het ook christelijke lezers aanspreken door het thema van vergiffenis krijgen van God en zichzelf.