Hanson is een Vietnam-veteraan en voormalig professor Engelse taal- en letterkunde. Op latere leeftijd besluit hij nog bij de politie te gaan, en zo komt hij terecht in de Californische stad Oakland. Dat is anno 1983 een stad met veel rassenproblemen, en hoewel Hanson zelf neutraal probeert te blijven, ontkomt hij niet aan het besef dat de criminaliteit welig tiert in de zwarte achterstandswijken. Meer dan een continu en doorlopend verhaal is dit een verzameling korte vignetten over Hansons dagelijkse werkzaamheden en zijn ontmoetingen met verschillende misdadigers en doorsnee-burgers. Daarbij komen sommige personages vaker terug dan andere, zoals een klein jongetje op zijn fiets, een ambigue drugsbaron, en de vrouw op wie Hanson verliefd wordt. Door die rustige verteltrant en de afstandelijke stijl krijgt dit boek soms iets lyrisch dat mooi contrasteert met de uitzichtloze situaties waar Hanson steeds weer mee te maken krijgt. Derde deel* van een serie over dit personage maar uitstekend los te lezen. Anderson zelf diende in Vietnam en was politieman. *Eerdere delen werden niet op a.i. aangeboden.