Na 'Great Books' en 'Great Plays' is dit boek het laatste deel van een reeks over klassieke werken uit de drie literaire hoofdgenres, resultaat van evenzoveel lezingen. Chronologisch komen, redelijk willekeurig, negen dichters/dichtwerken aan bod, o.a. Sappho, Lucretius, de Mu'allaqãt (pre-islamitische lyriek), Hadewijch en Trakl. De uitleg, telkens van een andere kenner en wisselend van kwaliteit (maar nooit slecht), kent parafrasering, context en verschuiving van zowel perspectief als receptie. Steeds worden verzen helemaal of deels in NL-vertaling afgedrukt, soms vergezeld door de brontaal. Belangrijk zijn tevens de bibliografie en leestips, die ook naar films en muziek verwijzen. De moeilijkheidsgraad van de stukken varieert; ze zijn vlot geschreven, maar er komen compacte termen voor als: morele premissen, culpabiliteit, autosubversieve demontage en tekstgenese, die wel voor een grotere objectiviteit zorgen, maar lang niet door iedereen zullen worden begrepen. Het boek richt zich daarom op de eerste plaats op de ervaren lezer, al kunnen nieuwsgierige anderen zeker meegenieten. Semi-wetenschappelijk werk dat beoogt een groter begrip te kweken voor klassieke werken uit de internationale poëzie. Goed in z'n soort maar voor een kleine doelgroep.