Een oudere weduwe, Beverly Vernon, vindt in haar tuin in Florida een skelet dat na politieonderzoek van een jong kind blijkt te zijn. De gedachte aan dit kind laat Beverly niet los en ze raakt er zo door gebiologeerd dat haar volwassen, kinderloze, dochters zich zorgen beginnen te maken. Als Beverly vervolgens een portret van het kind schildert gaat dit kind, dat Beverly inmiddels als een soort kleinkind beschouwt, een eigen leven leiden. Het kind maakt ’s nachts tekeningen op de muur, legt Beverly’s verfspullen anders neer en er gaan tranen over zijn wangen lopen. De titel is een neologisme, een samentrekking van grandchild en ghost. Alles begint voor Beverly om dit kind te draaien en ze gaat op zoek naar de achtergrond van de dood van dit kind ten einde het uiteindelijk rust te kunnen geven. Vooral de dochters maar ook de officiële instanties blijven daarbij een belangrijke rol spelen. Dit is een combinatie van een fantasyboek en een detectiveverhaal. De hoofdpersoon is een soort hedendaagse Miss Marple, oud, vasthoudend en slim. Al met al een onderhoudend geschreven verhaal.