Tegen de zin van haar ouders verlaat Grace Kelly op haar 17e het ouderlijk huis in Philadelphia om een acteeropleiding in New York te volgen. Op de toneelacademie trekt zij eind jaren '40 met haar talent en ambitie de aandacht van docenten. De mooie jonge actrice, die als fotomodel haar eigen inkomen verdient, ziet haar ster rijzen met rollen in theater- en televisieproducties. Haar naam vestigt ze begin jaren '50 definitief als zij speelt in films van bekende regisseurs als Zinnemann, Ford en Hitchcock. Deze ontwikkelingsgang staat centraal in de gemakkelijk te lezen maar weinig gelaagde biografische roman, die de periode 1947-1955 uit het leven van de beroemde actrice (1929-1982) beslaat. Worden de eerste jaren heel wijdlopig verteld, de daaropvolgende periode is schetsmatig en vrij eendimensionaal beschreven met veel nadruk op affaires in Kelly's zoektocht naar de ware liefde. Dat doet wel afbreuk aan de licht emancipatoire inslag van de reeks 'Mutige Frauen zwischen Kunst und Liebe', waarvan deze roman van de Duitse bestsellerauteur (ps. van Steffie Wolff, 1966) deel uitmaakt.