De 12-jarige Matthew (ik-figuur) lijdt aan OCD, een dwangneurose. HIj schrobt keer op keer zijn handen en is doodsbang voor bacteriën. Hij durft zijn kamer nauwelijks uit. Om de tijd te doden maakt hij dagelijks aantekeningen van het reilen en zeilen van zijn buren. Dan verdwijnt peuter Teddy. Matthew heeft hem als laatste gezien, maar om de verdwijning op te lossen moet hij uit het huis komen en zijn angsten onder ogen zien. Het verhaal komt langzaam op gang, maar vertelt naast de problemen van Matthew ook de geheimen van alle buurtgenoten. Het is het debuut van de auteur. Het vertelperspectief ligt bij Matthew. De verhaallijn wordt regelmatig onderbroken door e-mails en de dagelijkse aantekeningen. Deze berichtjes worden in een afwijkend lettertype weergegeven. Ook de kleine eenvoudige zwart-witillustraties boven elk hoofdstuk zijn als het ware een illustratieve samenvatting. Kortom, een aanrader voor jong en oud, die doet denken aan 'Het voorval van de hond in de nacht' van Mark Haddon. Een levensbevestigend verhaal dat gelezen wordt met een lach en een traan en tevens bijdraagt aan het begrip voor mensen met een dwangneurose. Vanaf ca. 10 jaar. Ook in het Nederlands aangeboden: 'De goudvisjongen', 2017-17-4062 (2017/48).