Bundel verhalen van de Nederlandse schrijver (1984) na twee succesvolle romans ('Dagen van gras', 2009, en 'Niemand in de stad', 2012). Hij bestaat uit twaalf in afwijkende typografie gezette schetsen van een à twee pagina's met sfeerimpressies van een locatie (zoals Hamburg, Auckland, VUmc, Central Park South) en dertien langere verhalen. In die laatste groep figureren vooral eenzame, jonge losers, zoals een vrouw die na het hardlopen niet terugkeert ('Een soort van troost'), een leraar die zich verlustigt met webcamseks ('Jij'), een psychiatrische patiënt die optrekt met een vrouwelijke medepatiënt die uiteindelijk zelfmoord pleegt ('Wij zijn gek en spatten vonken'), een zoon die zijn dementerende vader opzoekt in een verzorgingstehuis ('De kamer') en twee geliefden die zich te buiten gaan aan wilde seks totdat de vrouw hem verlaat ('Wij'). Het titelverhaal, 'Goed om hier te zijn', is ontleend aan een bekend lied van Stef Bos. Vlot geschreven verhalen, vol moedeloosheid en ellende van mensen die leven aan de zelfkant van de verloederde maatschappij, die vluchten in oppervlakkige relaties, drugs, feesten en seks. Normale druk.