Het is winter 1888 in Junction, een kleine mormonengemeenschap in een onherbergzame bergstreek van de Amerikaanse staat Utah. De man van Deborah Tyler is wagenmaker en is voor zijn werk op reis gegaan. Er ligt al sneeuw in de bergen, maar hij is nog steeds niet teruggekeerd. Deborah maakt zich zorgen. Op een avond staat er een man voor de deur die zegt op de vlucht te zijn. In het afgelegen Junction melden zich wel vaker geloofsgenoten die worden vervolgd vanwege polygamie, iets dat in 1888 volgens het mormoonse geloof is toegestaan. Met hulp van haar buurman Nels helpt Deborah de man onderduiken. Enkele dagen later verschijnt er een marshall die op zoek is naar de vluchteling. De marshall komt de volgende dag onder onduidelijke omstandigheden ten val en raakt zwaargewond. Na korte tijd door Deborah te zijn verpleegd, overlijdt hij. Wanneer weken later zijn zoon en neef naar hem komen zoeken, wordt duidelijk dat hij persoonlijke motieven had. Was zijn val wel een ongeluk? Roman over geloof, ethiek, en twijfels bij tegenslag. Derde historische roman van deze Amerikaanse schrijfster.