Indrukwekkende, gruwelijke en empathische roman van de beroemde Ierse auteur (1930), waarin ze haar hoofdthema, de veerkracht van vrouwen na tegenslag, uitwerkt tegen de achtergrond van de ontvoering in april 2014 van een groep schoolmeisjes in Nigeria door de islamitische terreurgroep Boko Haram. Het verhaal wordt verteld door een helderziend meisje, amper vrouw. Ze wordt opgesloten, verkracht, raakt in verwachting en krijgt een dochter. Tijdens een bombardement van het kamp, weet ze met haar dochter en een ander meisje te vluchten. Na vele ontberingen, waaronder honger, dorst en de dood van haar medevluchtster, maar waarbij ze ook liefdevol wordt opgevangen door een groep nomaden, bereikt ze een legerpost en wordt symbool van de teruggekeerde dochter. Hiermee maakt de regering mooie sier, maar doordat zij en vooral haar dochter gezien worden als besmet, is haar thuiskomst een grote teleurstelling. Het boek wordt terecht door gezaghebbende collega's geprezen, gezien de beheerste woede en compassie waarmee ze een stem geeft aan de in vele opzichten monddood gemaakte meisjes.