Geike het geitje vindt het best spannend om voor het eerst naar school te gaan. Gelukkig maakt ze meteen vriendjes. Maar er zijn twee grote jongens die haar uitlachen, omdat zij een witte vacht heeft en de jongens een bruine. Iedere dag lachen ze haar uit en Geike wordt steeds banger om naar school te gaan. Gelukkig heeft ze een denkbeeldig vriendje in de gedaante van een grote wolf. En uiteindelijk bedenkt ze een plan: wanneer ze zich inbeeldt dat hij naast haar loopt, voelt ze zich stoer en kan het gepest haar niet meer schelen. De volwassen manier waarop Geike haar denkbeeldige vriendje inzet om het pesten te boven te komen, komt niet realistisch en overtuigend over. Het boek moet het vooral hebben van de warme, zacht gekleurde potlood- en waterverfillustraties, waarin de emoties van het geitje goed tot uitdrukking komen. Het verhaal leent zich wel goed om met jonge kinderen te praten over hoe het voelt om gepest te worden. Eerder verscheen over Geike in dezelfde uitvoering 'Geike en de wolf'*. Vanaf ca. 4 jaar. *2013-49-5293 (2014/12).