Karel Berghuis heeft sarcoïdose in zijn longen, een chronische ziekte waardoor hij ernstig vermoeid is. Zijn vrouw Jantine kan hier moeilijk mee omgaan; ze hadden samen veel plannen voor als Karel met pensioen zou gaan. Beide partners groeien steeds meer uit elkaar. Ook de jongere Corné van Westen heeft die ziekte en twijfelt of hij daardoor wel een relatie kan aangaan met de gescheiden Martien die hij leert kennen via een gameclub. Zowel Karel als Corné hebben moed nodig om te leren leven met de gevolgen van hun ziekte om zo, samen met hun partners, een nieuw evenwicht te vinden in hun leven. Een roman die aangeeft wat sarcoïdose inhoudt en wat de gevolgen zijn voor zowel diegenen die het hebben als voor de mensen om hen heen. In dit verhaal over onbegrip en onmacht, over hoop en liefde is er een goede afwisseling tussen dialogen, beschouwingen en gedachten van de vier hoofdpersonen, die keuzes durven te maken. In het nawoord een uitleg over de zeldzame ziekte sarcoïdose (ook ziekte van Besnier Boeck genoemd). De auteur (1969) schreef zowel christelijke kinderboeken als romans voor volwassenen.