Van de twee broers is Marius (Maus) op zijn veertiende jaar overleden aan de ziekte van Wilson, een stofwisselingsziekte die een teveel aan koper in het lichaam veroorzaakt. Indien niet tijdig onderkend tast het gif de hersenen aan met de dood als gevolg. Zijn oudere broer Luuk (ik-figuur) redt Maus' dagboek uit de vlammen waarin hun moeder alle eigendommen van Maus met enig ceremonieel wil verbranden, op de eerstvolgende verjaardag na Maus' dood. Door in het dagboek te schrijven, te lezen en het ook nog te voorzien van commentaar, gaat hij als het ware postuum een gesprek met Maus aan, waarvoor tijdens diens leven weinig gelegenheid was. De onthulling dat Maus homo was, geeft Luuk de moed te erkennen dat hij 'ook zo' is en de durf ervoor uit te komen. Binnen een knappe literaire constructie beschrijft de auteur de gevoelens en gedachten van Luuk en zijn ouders. Winnaar Zilveren Zoen 1997. Een fraaie roman voor tamelijk rijpe en literair gevoelige jongeren vanaf ca. 15 jaar.