Nederlands-Indië staat de laatste tijd weer volop in de belangstelling. Wellicht dat deze titel - niet echt de meest gelukkige - daarom extra lezers trekt. Het is het verhaal van een Duitse jongen die in 1880 zijn familie en boerderij verlaat en na een opleiding in Harderwijk als soldaat terechtkomt in Nederlands-Indië. Met een beetje goede wil kun je het een familiesage noemen. De lotgevallen van drie generaties tegen de achtergrond van Nederlands-Indië en later Indonesië. Het beschrijft de reis die vele Indo's hebben gemaakt om uiteindelijk terecht te komen in Nederland. Helaas boeit het verhaal maar matig. De personages zijn marionetten die in beweging komen wanneer de auteur aan hun touwtjes trekt. Het 'geromantiseerde' verhaal wordt chronologisch verteld, waarbij soms kleine gebeurtenissen breed worden uitgemeten en grote, ingrijpende episodes in het leven van de hoofdfiguren heel summier worden beschreven. De lezer blijft op afstand en wordt niet uitgedaagd, wat literatuur in essentie toch dient te doen. De schrijfster heeft haar hart en ziel in dit boek gelegd, maar helaas is dat te weinig gebleken. Het boek is voorzien van een (klein afgedrukt) kaartje en een verklarende woordenlijst.