Het zevende deel van de Vespasianus-reeks speelt zich aanvankelijk in Rome af. Vespasianus komt daar in het jaar 58 midden in de intriges rond Agrippina, de moeder van Nero, terecht. Hij wordt zijdelings betrokken bij de moord op haar. Nero heeft door zijn spilzucht geld nodig en overweegt de kolonie Britannia op te geven. Als Romeinse bankiers daar dan hun leningen hardhandig gaan opvragen, breekt er in 60 een opstand uit, die onder leiding van de Britse vorstin Boudicca tot vernietiging van een aantal Romeinse legioenen leidt. Vespasianus raakt daarin betrokken, maar weet veilig in Rome terug te komen. Met behulp van troepen van het vaste land wordt de Britse opstand neergeslagen. Fabbri, die theaterwetenschappen studeerde voor hij zich op de geschiedenis van het Romeinse keizerrijk stortte, levert hier wederom een fascinerend en vrijwel waarheidsgetrouw werk af, beeldend geschreven en zonder ook maar ergens vaart te minderen. Tot slot geeft hij een korte verantwoording van het gebruik van zijn bronnen. Kennis van de voorgaande delen* is vereist.
*Deel 6, 'Verloren zoon van Rome': 2015-09-5545 (2015/44).