Edith groeit, als dochter van een baron, op in weelde en wordt na het overlijden van haar moeder opgevoed door een gouvernante. Deze leert haar met minachting neer te kijken op het gewone volk. Ze neemt afstand van haar vriend Marc, die haar aanbidt, omdat hij maar de zoon is van een personeelslid. Als Edith te weten komt dat haar ouders niet gehuwd waren, stort haar toekomstplan ineen. Ze wordt verplicht nieuwe wegen te zoeken en haar luxeleven vaarwel te zeggen. Cornélie Noordwal (1869-1928) was tot 1925 de meest gelezen schrijfster in het Nederlandse taalgebied. Spelling en grammatica werden in deze herwerkte klassieker uit 1904 gemoderniseerd, terwijl de authentieke sfeer behouden bleef. Het vlotte verhaal schetst een mooi tijdsbeeld en toont de grote klassenverschillen uit de 19de eeuw. Deze fijne herwerking is een coming of age-verhaal avant la lettre. De auteur laat niet na de maatschappij kritisch onder de loep te nemen.