Het onmogelijk gedachte gebeurt toch: de computers van de National Security Agency in Maryland worden gehackt. De hacker blijkt een 18-jarige Britse tiener met Aspergers syndroom te zijn. De Amerikanen eisen zijn uitlevering, maar de Britten besluiten zijn vaardigheden te benutten tegen vijandige regimes. Zo laat men als tegenmaatregel tegen moordaanslagen een Russisch oorlogsschip aan de grond lopen, wordt een Iraanse uraniumverrijkingsfabriek ontregeld en wordt het Noord-Koreaanse raketprogramma een slag toegebracht. De Russische geheime dienst zint natuurlijk op wraak, maar de Britse ex-spion Adrian Weston probeert ze steeds een slag voor te blijven. Het is een knap opgebouwde thriller met een razend knap uitgewerkte intrige. Het verhaal is ook vaardig en met veel informatieve details ingepast in hedendaagse politieke situaties en problemen. Hoofdpersoon is Adrian Weston en Forsyth (1939) zet hem overtuigend neer als een slimme vooruitziende man. De geniale hackende tiener is ook een sterk gegeven in een meeslepend vertelde thriller. Pocketuitgave, zeer duidelijke letter, ruime marge. Laatst aangeboden editie 2018-34-0812 (2018/50).