Fleur en Luuk - zus en broer, resp. in groep vijf en vier van het basisonderwijs - werken op school aan een project over het milieu, met name over afval. Als hun vader tijdens het vissen in de IJssel een zeehond spot, is dit voor de kinderen reuze spannend. Direct wordt er gebeld met de zeehondencrèche in Pieterburen, die hen vraagt goed op het dier te letten. Bij het speuren naar afval in het Vloedbos, een soort moeras bij de rivier, vinden ze een olievat en water dat hierdoor vervuild is. Dat is de zeehond niet goed bekomen. De rivierpolitie komt te hulp, de zeehond gaat naar de crèche en de school komt in actie voor de zeehond. Zelfstandig te lezen vijfde deel uit de serie 'Fleur en Luuk'*. De schrijfster verwerkt veel informatie in het verhaal: over afval, milieu, zeehonden. Traditionele sfeer, protestants-christelijk achtergrond (God wordt eenmaal genoemd). Veel dialoog, vrij korte zinnen, AVI-E5. Volle bladspiegel, korte hoofdstukken, acht bladvullende gewassen pentekeningen ter illustratie van de tekst. Elk hoofdstuk heeft dezelfde kleine tekening tot slot. Fleurig omslag. Vanaf ca. 8 jaar. *'Fleur en Luuk en de logeerstal' (deel 4), 2011-21-1551 (2011/28).