Als het donker wordt, vliegt vuurvliegje Feppe zo hoog mogelijk in de lucht naar het licht van de maan. Dan hoort hij opeens de maan praten met een klein sterretje. De maan schept op dat ze meer licht geeft dan de sterren maar het sterretje legt uit dat de maan alleen maar het zonlicht weerkaatst en zelf geen licht geeft. In een volgende nacht ziet de maan er opeens veel kleiner uit. Feppe vraagt zich af hoe dat kan. Hij gaat samen met zijn mama op onderzoek uit en zij vertelt dat je het licht goed met anderen kunt delen. Vrij kort, sprookjesachtig verhaal zonder hoofdstukindeling over je best doen en moeilijkheden overwinnen. Door de vele dialogen is de tekst niet echt eenvoudig en het geheel blijft wat abstract. Sommige woorden zijn in een gekleurde grotere letter gedrukt, maar de reden blijft wat onduidelijk. Het geheel is ruim voorzien van kleurrijke illustraties, soms paginagroot. Af en toe wat Vlaamse woorden. Voorlezen vanaf ca. 5 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.