Ping Wing, een pinguïn, komt op bezoek in het bos van Vos en Haas. Ever wordt verliefd op haar, maar durft dat niet te zeggen. Hij bedenkt een slim plan, waarbij het zilveren ei dat Ping Ping, de broer van de pinguïn, meebrengt, wordt gestolen en hij de grote held zal zijn om het weer terug te vinden. Hij heeft daar de hulp van Neef en Jak (Hals) voor nodig. Het pakt echter allemaal anders uit dan Ever gedacht had. Deel in de reeks belevenissen rondom Vos en Haas. In dit deel spelen Vos en Haas geen grote rol, maar is het vooral de verliefdheid van Ever die de rode draad vormt. In alle verhalen wordt gespeeld met taal. Begrippen worden op verschillende manieren geïnterpreteerd, waardoor de taalontwikkeling van de lezer gestimuleerd wordt. De spanning wordt goed opgebouwd en het slot is verrassend. De schitterende kleurenaquarellen, omlijnd met een dunne inktlijn, geven het verhaal, onder meer door de vele details en de humoristische interpretatie van de tekst, een extra dimensie. De tekst is gericht op de iets gevorderde beginnende lezers, maar laat zich ook uitstekend aan jongere kinderen voorlezen. Voorlezen vanaf ca. 5 jaar, zelf lezen vanaf ca. 7 jaar.