Manhattan, New York, 1993: de zeventienjarige Lucy Adler (van Joods-Italiaanse origine), een groot basketbal-talent, beschrijft haar leven gedurende haar laatste highschool-jaar op een privéschool in New York. Ze is een buitenbeentje, heel intelligent, stoer, vrijgevochten, streetwise en niet mainstream qua uiterlijk of gedachten. Haar allerbeste vriend is Percy, een aantrekkelijke jongen uit een steenrijke disfunctionele familie op wie ze heimelijk verliefd is. Hopeloos, want Percy ziet haar alleen als vriend en verslijt in rap tempo het ene meisje na het andere. Lucy toont de lezer haar gedachten, gevoelens, onzekerheden, opvattingen, de beperkingen waar ze als meisje tegen aanloopt in leven en sport, haar muziek, wat ze leest, en natuurlijk altijd weer basketbal. Goed, bruisend en intelligent geschreven, bijzondere coming-of-age roman. Geeft een prachtig, raak portret van een meisje op de drempel van volwassenheid en tegelijkertijd een mooi tijdsbeeld van New York begin jaren negentig. Een opmerkelijk debuut dat zeer veel aandacht en goede recensies kreeg in de Engelstalige media.