In de achttiende eeuw was het Midden-Limburgse Thorn een miniatuurvorstendom onder leiding van een abdis en twintig adellijke kloosterdames, die een aangenaam leven leidden. Thorn had een eigen munt en rechtspraak. Tegen deze achtergrond speelt de liefdes- en avonturenroman van Jan van Reen. De jonge, mooie gravin Eva Maria verblijft in het klooster om aan een huwelijk te ontsnappen. Ze is de beoogde opvolgster van de abdis. Na een ontvoering door bandieten en bevrijding door een aantrekkelijke boerenzoon kiest ze echter niet voor het klooster, maar voor terugkeer naar haar kasteel. Ze leidt er samen met haar bediende, de ex-huurling Pepijn, een onconventioneel maar niet erg gelukkig leven. De ontknoping en gevolgen van haar ontvoering zijn na een aantal jaren bepalend voor de toekomst. Een grote rol is weggelegd voor een gevreesde waarzegster in een hutje 'met dwingende ogen'. Luchtig, gemakkelijk leesbaar boek met korte hoofdstukken en zinnen. Voor liefhebbers van historische verhalen over Limburg.