Liam woont sinds zijn 20ste met Ava eenzaam midden in het woud. Als na jaren Aru wordt geboren laat hij de hele zorg aan Ava over en heeft weinig contact met het kind. Als Aru 5 jaar is, vindt Liam bij thuiskomst van de jacht de dode Ava, aangevallen door een beer met Aru onder haar lijk. Hij besluit Aru aan de zorg van zijn oom en tante in de stad over te dragen. Een zesdaagse tocht per paard. Als zij weigeren besluit hij langs het meer te rijden waar Ava Aru had willen dopen. Onderweg krijgt hij een plan. Hij hoopt telkens dat het paard met Aru erop verdwenen is. Bij zijn poging Aru te verdrinken, komt hij net op tijd tot zichzelf. Tijdens de spannende terugtocht veranderen zijn gevoelens voor zijn zoontje. Als in een verlaten huis een oude man met jongelui om zich heen, aanbiedt voor Aru te willen zorgen, beseft hij dat hij Aru niet meer kan missen. Hij verlaat 's nachts doodziek, vergiftigd, met Aru het huis om aan de oude man te ontkomen. Het verhaal wordt met grote intensiteit beschreven vanuit de indringende gedachten, beschouwingen, terugblikken en waarnemingen van Liam.