"In de kern gaat mijn werk over de mens, het alledaagse en de absurditeit daarvan." De Oostenrijkse kunstenaar Erwin Wurm verkent begrippen als wonen, aankleden, spelen en eten, waar je zelden nog over nadenkt. Mensen geeft Wurm vorm als meubels (of andersom). Zo is zijn Bar, het meubelstuk waar zaken worden beklonken, een gigantische augurk die rechtop door een tafeltje steekt. Het roept associaties op aan een butler met een dienblad. Een ander veel beproefd middel voor Wurm is vervorming. Gebruiksvoorwerpen als een telefoon of een bed maakt hij extra smal en beklemmend. Wurm morrelt aan de wetten van de beeldhouwkunst, die bij hem niet eeuwig is. Hij legt ballen en kledingstukken neer en nodigt toeschouwers uit om zogenaamde One Minute Sculptures te maken. En dat geeft een nieuw soort kunstbeleving. Museum Jan Cunen in Oss organiseerde de tentoonstelling 'Am I a House?' En dat is een gouden greep geweest. Als voormalig woonhuis én stadhuis, in de stad van margarinekoningen en worstmakers, voegt het pand een betekenislaag toe aan het werk van Wurm. En dat laat dit boek haarfijn zien.