Nick (ca. 16) krijgt, net als veel andere Londense scholieren, een versie van de geheime game ‘Erebos’ in handen. In deze virtuele wereld is hij Sarius, een Donkerelf, die zijn weg zoekt door het spel en met allerlei tegenstanders de strijd aangaat. De strijd speelt zich zowel af in de virtuele wereld als in de werkelijkheid. Beide werelden lopen in elkaar over, waardoor het lijkt alsof het spel ‘leeft’: het spel wacht af, het beloont, het weet alles, het stelt op de proef en het communiceert. Het spel is duidelijk: geheimhouding is verplicht en alle opdrachten moeten worden uitgevoerd; zo niet, dan word je uit het spel gegooid. Met alle gevolgen van dien in de werkelijke wereld! Als Nick weigert zijn docent te doden, gaat hij samen met Viktor, Speedy en Emily een andere strijd aan: het spel moet gestopt worden voordat er nog meer slachtoffers vallen. Vlotte verhaallijnen, goed gedoseerd vrijgeven van geheimen, balanceren op de grens van fantasie en realiteit en een verrassende ontknoping zijn de ingrediënten. De vraag die bij het volgen van de keuzes (die de spelers van het spel maken) onbewust boven komt drijven, houdt de aandacht van de lezer continu vast: hoe ver zou jíj gaan? Winnaar Deutscher Jugendliteratur Preis 2011 van de jeugdjury. Vanaf ca. 13 jaar.