Charlie vindt een gat in de weg, bukt zich en pakt het gat voorzichtig op. Hij stopt het in zijn broekzak, maar dat is toch geen goed idee, want daardoor verliest hij alles wat daarin zit. Dan maar in de rugzak, maar dan gebeurt hetzelfde. Hij wil het gat nu aan iemand anders geven en gaat bij veel mensen langs, maar niemand wil het gat hebben. Uiteindelijk legt hij het gat terug op de plek waar hij het gevonden heeft en verschijnt er een haas die het gat tot zijn hol maakt. Humoristisch prentenboek met kleurrijke aquareltekeningen in een quasinaïeve stijl, waarin steeds de gevolgen van een 'gat' hebben wordt uitgewerkt. Een boot zinkt dan, een kleermaakster herstelt juist gaten, een tuinman heeft al genoeg gaten gegraven, net zoals de stratenmaker, en in een donut zit al een gat. De haas die uiteindelijk bezit neemt van het gat, is op de eerste spread al te zien en volgt Charlie onopgemerkt door het hele boek. Het verhaal laat zich goed interactief voorlezen. Niet helemaal duidelijk is de functie van het gebruik van een vet lettertype bij bepaalde zinnen. Het verhaal bevat veel woordgrappen (zelfs al in de titel van het boek). De schutbladen zijn fraai geïllustreerd, voorin met mensenhuizen, achterin met (door dieren bewoonde) gaten in de grond. Vanaf ca. 4 jaar. Kreeg in 2020 Sardes Leespluim van de maand april.