Begin januari 1962 vindt in Harmelen een ernstig treinongeluk plaats. Drie jonge vrouwen die bij deze (historische) grootste treinramp uit de Nederlandse spoorgeschiedenis gewond zijn geraakt, leren elkaar kennen in het ziekenhuis. Joke, een onderwijzeres die net twee ongelukkige liefdes achter de rug heeft, moet leren leven met haar beenamputatie. Elise's gezicht is ernstig gehavend, reden voor haar verloofde om de relatie te verbreken. Marga's verwondingen vallen mee, maar geen van de drie is zo eenzaam als zij. De roman speelt afwisselend in de jaren zestig van de 20e eeuw en 45 jaar later, als de drie vrouwen elkaar weer ontmoeten. Een boeiende christelijke familieroman die draait om de gevolgen van een ernstig ongeluk in het leven van de slachtoffers. Personages komen goed uit de verf.