Een geëngageerde roman over het leven van een vriendengroep in Zweden in de jaren zeventig en tachtig. Ebba woont samen met haar moeder Josefin in een huis zonder elektriciteit en stromend water in de Zweedse bossen. Het huis fungeert als hippie-commune, waar door een grote groep vrienden wordt gevreeën, gedronken en gediscussieerd. Als haar activistische moeder wordt aangehouden en enkele dagen later premier Olof Palme wordt vermoord, verliest Ebba twee vanzelfsprekendheden. Ze probeert grip te krijgen op haar jeugd in een tijdsgewricht waarin het optimisme en de openheid van weleer onherroepelijk gaan wankelen.
'En toen ging hij' is invoelend en dicht op de huid geschreven vanuit het perspectief van de 16-jarige Ebba. Vooral voor literaire lezers.
Jannah Loontjens (Kopenhagen, 1974) groeide op in Zweden en Nederland en studeerde filosofie in Amsterdam, waar ze ook promoveerde. Ze schrijft
romans, poëzie en essaybundels.