Deze bundel met veertig korte verhalen sluit qua stijl aan bij het eerdere werk van de auteur (1967). Het boek is gevuld met veelal absurdistische verhalen, waarvan de bedoeling vaak niet duidelijk wordt. De schetsen en korte scènes zijn met name interessante experimenten op het gebied van taal- en vertelconventies. Behalve het controversiële karakter en een vaak pijnlijke, confronterende 'pointe' lijkt er verder geen onderlinge samenhang te ontdekken, en de lezer wordt voortdurend op het verkeerde been gezet. Soms werkt dit prikkelend of inspirerend, vaak ook helemaal niet - dan lijkt onaangeraakt doorbladeren de enige juiste optie. De getalenteerde verteller met een vaardige pen staat in het publieke debat bekend als polemisch en volstrekt op zichzelf staand. Typerend is in die zin ook het zelfinterview in deze bundel, waarin hij bekent dat zijn vrijwillige nierdonatie waarmee hij in 2011 landelijke bekendheid verwierf, volstrekt verzonnen is. Dit boek is vooral geschikt voor wie al enige interesse heeft in de schrijver of (diens) vertelexperimenten. Bevat illustraties (tekeningen, foto's, schema's, puzzel, wiskundige formules etc.). Normale druk.