Al zijn drie zussen in de loop der jaren van elkaar vervreemd, toch maken zij op initiatief van de jongste samen een bergwandeling, zoals ze dat in hun kindertijd met hun ouders gewoon waren. De oudste zus, Elija, is toneelspeelster en zij heeft het syndroom van Down. Noa stelt haar leven in dienst van anderen en is o.m. sekswerkster voor mannen met een beperking. Loth, de jongste zus, is lid van een rechtsextremistische beweging. Tussen de zussen is er tijdens de dag van de beklimming toenadering en zelfs verzoening, die bij de afdaling voorgoed verloren gaat. Afwisselend wordt vanuit deze drie perspectieven verteld. Psychologisch zijn de personages, buitenstaanders met betekenisvolle Bijbelse namen, niet zo sterk uitgewerkt. Zij representeren vooral verschillende attitudes rond inclusiviteit of juist uitsluiting van de kwetsbare, zwakke, rechteloze mens in de moderne samenleving. Dit komt indringend en tot nadenken stemmend aan de orde in dit debuut dat genomineerd werd voor de 'lit. Cologne 2020'. De Duitse auteur (1994) publiceerde eerder toneelstukken en verhalen.