Julia Navarro schrijft omvangrijke, degelijke gedocumenteerde en vlot leesbare historische romans. Kenmerkend is ook dat haar romans zich vaak niet of niet uitsluitend in Spanje afspelen. Zo ook dit nieuwe boek, dat zich heen en weer beweegt tussen het stalinistische Rusland en het repressieve Spanje onder Franco. Het verhaal begint eind 1938, toen de Spaanse Burgeroorlog tegen zijn einde liep. Op instigatie van haar man wordt de zoon van Clotilde door een in Spanje gestationeerde Russische commandant meegenomen naar Rusland, omdat hij in Spanje zijn leven niet zeker meer zou zijn. Daar groeit de jongen op in een liefdevol Joods gezin, dat het nodige te stellen krijgt met de stalinistische repressie. Aan de hand van deze twee verhaallijnen portretteert de schrijfster twee repressieve regimes: het ene communistisch, het andere fascistisch. Navarro slaagt er niet altijd in om de historische informatie op een organische manier in de dialogen te verweven, maar dat staat het succes van dit boek in Spanje allerminst in de weg.