Maja, een jonge vrouw, heeft haar Wit-Russische moeder op jonge leeftijd verloren. Ze groeit aanvankelijk op in een tehuis, later bij een familielid in Oostenrijk. Aan de vroegste jeugd herinneren haar slechts vage beelden en klanken. De absentie van concrete herinneringen laat haar niet los en ervaart ze als een gebrek aan identiteit, waar ze uiteindelijk in Wit-Rusland naar op zoek gaat. Het fenomeen van een verloren taal en het gemis aan heldere beelden uit het verleden vormen de rode draad in deze handelingsarme vertelling. In spaarzame, poëtische taal blijft de realiteit opzettelijk wat geheimzinnig en onderbelicht wat een oplettende literaire lezer vereist. Korte roman waarmee de Oostenrijkse auteur (1976) in 2015 een prijs van de Europese Unie won.