Duitsland, 1933. Suikerfabrikant Hermann Ising bouwt in de buurt van Wolfsburg een groot nieuw familiehuis, waar hij al zijn kinderen hoopt te verenigen. Georg, de oudste, is auto-ingenieur en bedenkt met de Joodse Joseph Ganz de door Hitler gewenste Volkswagen (uiteindelijk aan de Arische Ferdinand Porsche gegund). De gigantische autofabriek verdringt in Wolfsburg Isings suikerimperium. Jongste zoon Horst is fervent Hitleraanhanger die het huwelijk van zijn zus, kinderarts Charly, met een jonge Joodse architect dwarsboomt. Zus Edda gaat bij de film als productieassistente en geliefde (!) van Leni Riefenstahl. Nakomertje Willy is een 'levensonwaardig' kindje met Down. In een 'Vorbemerkung' vraagt Prange (1955) zich af hoe hij zelf op het Hitlerregime gereageerd zou hebben en gebruikt de kinderen Ising als 'proefpersonen' om dat onderzoeken. In korte episodes vertelt hij zonder inzinking boeiend dit omvattende verhaal waarin hij zijn fictieve personages soms op nogal gewaagde wijze (een lesbische Leni Riefenstahl?) in de historische achtergrond opneemt. Deel 1 'Zeit zu hoffen, Zeit zu leben' van een tweeluik*. *Deel 2 (1939-1945) verschijnt najaar 2019.