Kim verliest door een vliegtuigongeluk haar grote liefde. Ze reist hem na naar de kust van Cornwall. Ze begeeft zich naar de rand van de rotsen. Het lijkt erop dat ze zich van het leven wil beroven. Dan ontmoet ze de daar een oudere vrouw, Janet. Deze laatste woont al jaren aan deze kust. Janet neemt Kim mee naar huis. Ze raken in gesprek en krijgen een band. En langzamerhand wordt ook meer duidelijk over het leven van Janet. Gek genoeg zijn er raakvlakken in de levens van beide vrouwen. De kleinzoon van Janet, Dan, ontfermt zich over zijn grootmoeder wanneer deze ziek wordt. En zo komen heden en verleden bij elkaar. En moet Kim zien te herstellen van haar grote verlies en tegelijkertijd ontdekken of ze in staat is opnieuw lief te hebben. Op de achtergrond biedt een overgebleven dagboek en verhaal uit 1800 over Leandra en een vuurtorenwachter enig houvast en wellicht troost.