Een kind vindt een groot ei in de sneeuw en vertrekt in een boot vanuit het koude Noorden om iemand te zoeken die het kan uitbroeden. In de jungle wil slang het ei liever opeten. Dus trekt het kind verder over de wereld. Eend is te klein, walvis kan niet zitten en olifant is te zwaar. Teleurgesteld zoekt het kind verder naar iemand die Ei belangrijk genoeg vindt. Totdat Ei begint te kraken. De tekst is volledig geschreven in dialoogvorm, waarbij het kind het meest aan het woord is, aangevuld met af en toe een opmerking van een (beledigd) dier. Doordat vanuit de gedachten van het kind is geschreven, geeft het verhaal veel ruimte voor eigen observaties via de prenten. Deze dragen het verhaal in spreadvullende sfeervolle aquarellen die je meenemen door allerlei landschappen, van de savanne tot een berglandschap met een kabbelend riviertje. Soms zijn er tekstloze spreads. Een verhaal met gelegenheid voor eigen invulling (welk geslacht heeft het kind?) en verwondering (wat komt er uit het ei?) om met elkaar over te praten. Groot prentenboek vanaf ca. 4 jaar.