Deze zeer omvangrijke roman waarvan de lezer met verbazing vaststelt dat hij hem gemakkelijk en zelfs met graagte leest, roept herinneringen op aan 'De Buddenbrooks' van Thomas Mann. Deze familieroman waaraan de schrijfster in 1931 begon en die in 1951 verscheen, speelt in de tijd van 1870 tot 1948 en geeft een geweldig beeld van een joodse gemeenschap in Duitsland. Het boek leeft van de gesprekken der hoofdpersonen, van de situatiebeschrijvingen (plaats van handeling: Berlijn) en de rake typeringen van de maatschappelijke veranderingen. De schrijfster ziet af van een geraffineerde stijl, zij schrijft met een grote natuurlijkheid en met een sprankelende humor (te vergelijken met Theodor Fontane) en haar zeggingskracht waarmee de hoeveelheid gebeurtenissen beschrijft is ongelooflijk. Toen Hitler de macht overnam wist de zelf joodse Tergit naar Engeland te ontkomen waar zij in 1982 in Londen overleed. Haar werk was lange tijd vergeten maar werd in het kader van de "Berliner Festwochen 1977" herontdekt en opnieuw uitgegeven. Ook schreef zij toen nog haar na haar dood verschenen autobiografie "Erinnerungen. Etwas Seltenes überhaupt".