Deze lijvige poëziebundel bevat meer dan 200 Nederlandstalige gedichten van diverse dichters die de natuur als thema hebben. Het boek volgt de seizoenen van zomer naar herfst, winter en voorjaar. Elk deel begint met een haihu, gevolgd door een grote diversiteit aan gedichten van onder anderen Adriaan Morriën, Lévi Weemoedt, M. Vasalis, Truus Gerhardt, Hester Knibbe, Frouke Arns, Gerrit Achterberg, Jan Wolkers en Rutger Kopland. Zorgvuldig samengestelde bundel met een uitgebreide inleiding en achterin een verantwoording van de gedichten. Mooi verzorgde uitgave met een prettige vormgeving en lay-out. Inspirerende bundel voor zowel natuurliefhebbers als voor iedereen die van gedichten houdt.