Wolff gaat studeren en laat daarmee zijn strenggelovige ouders en moeizame jeugd achter zich. Voor hem ligt een leven waarvan hij niet veel verwacht. Hij leeft teruggetrokken, lezend en schrijvend, totdat hij zich langzaam openstelt voor de mensen om hem heen en voor zichzelf. Hij gaat vriendschappen aan, voert gesprekken en leert zichzelf kennen en accepteren. En hij wordt verliefd. Dit houdt ook in dat hij het gesprek met zijn vader moet aangaan. Een gesprek dat pas een bevredigend einde heeft als Wolffs vader al dood is. In deze roman staat de ontwikkeling van de hoofdpersoon centraal. De schrijfstijl van het lopende verhaal is niet heel bijzonder, de afwisselende genres (o.a. proza, poëzie, beschouwende stukken) zijn daarentegen knap op elkaar aangesloten en getuigen van schrijftalent. Boek met meerdere lagen dat uitnodigt tot herlezing. Geen makkelijk boek. De jonge schrijver (1993) publiceerde reeds dichtbundels, essays en proza. Hij werd genomineerd voor o.a. de Grote Poëzieprijs, de C. Buddingh'-prijs en het Beste Boek voor Jongeren en was laureaat van het C.C.S. Crone-Stipendium.