Een geëmancipeerde vrouw, getrouwd met een veeleisende man, met een eigen handwerkwinkel, met een bijstandsdochter met een donker kind, met een homoseksuele zoon, en met ook nog veel aandacht vragende ouders, raakt oververmoeid, en wel in een mate die onwaarschijnlijk overkomt bij haar omgeving. De vermoeidheid wordt steeds erger en de dokter geeft het een naam: burn-out. Voordeel van dit boek is dat mensen die het lezen mogelijk begrip zullen krijgen voor dit soort ziek-zijn, zoals mensen er ook langzamerhand achter zijn gekomen dat alcoholisme een ziekte is. Nadeel is dat het een echte familieroman is, qua stijl, hoewel het daardoor ook weer een eenvoudig te lezen boek is, en dus in veel handen terecht zal kunnen komen. De vraag blijft wel wanneer gewone vermoeidheid nu eigenlijk overgaat in een syndroom en waarom de term 'overspannen' niet meer voldoet.